Ruben Exterkate
Biologische boer word je niet zomaar. Grotere stallen, biologisch voer, een buitenverblijf; het zijn allemaal aanpassingen die je moet maken als je biologisch wilt boeren. Boer Ruben uit Bentelo, Overijssel maakte in 2018 de keuze om te schakelen naar biologisch. Als gangbare varkensboer merkte hij dat hij steeds meer het contact met de consument verloor. “Mensen zijn op dit moment vrij ver vervreemd van hun voedsel. Ik wil zorgen dat die verbinding weer terugkomt.”
“Ik had altijd de ambitie om het bedrijf van mijn ouders uit te breiden”, vertelt Ruben. “Moderniseren, ontwikkelen, dus in eerste instantie maakten we na de bedrijfsovername plannen om 3000 zeugen te houden. Vier keer zo veel als eerst! We zetten de plannen in gang en kregen een vergunning. Maar ik twijfelde steeds meer. Was dit wat ik wilde? En paste het in de huidige tijdsgeest?”
“Iemand wees me in die tijd op ‘biologisch’ en hoewel ik het eerst heb weggewuifd, sprak het idee dat je produceert op basis van vraag me aan. Ook neemt biologisch boeren voor mij bepaalde risico’s weg. Zo zou ik bij ons eerste idee volledig overgeleverd zijn aan de wereldmarkt. Tweederde van onze productie zou de grens over gaan. Het was voor mij een groot risico om een markt op te gaan waar ik zo weinig invloed op heb. “Als biologische boer verbonden aan De Groene Weg ben je veel minder afhankelijk van externe factoren. Je weet waar je aan toe bent, waar je dieren naartoe gaan en wat je ervoor krijgt. Voorheen dacht ik elke dag wel een keer aan de varkensprijs. Dan vroeg ik me af hoe die zich zou ontwikkelen. Nu De Groene Weg vier keer per jaar vaststelt, spookt het niet steeds meer door mijn hoofd. Dat zorgt voor ontzettend veel rust. En voor ruimte om over andere zaken na te denken!”
Om biologisch te kunnen boeren werd de stal van Exterkate grotendeels gesloopt om het vervolgens volgens de biologische richtlijnen uit te kunnen breiden om ruimte te bieden aan zo’n 200 zeugen en 550 vleesvarkens. Ook werd 10 hectare grond om het erf heen gereed gemaakt voor de teelt van biologisch veevoer. De tijd nemen voor zo’n omschakeling is van groot belang”, merkte Ruben. “Je moet niets willen overhaasten. Alleen zo kun je je thuis gaan voelen in deze branche.” Hij leert elke dag weer meer over het houden van biologische varkens. “Toen de eerste dieren kwamen, sneeuwde het. Het was écht koud. Dat vond ik wel even spannend, want ik was bang dat de varkens er last van zouden hebben in hun open stallen. Bij de gangbare varkens zou dat wel zo zijn geweest, die kenden alleen hun warme hok.” Het bleek dat de biologische dieren het makkelijk aankonden. “De varkens kropen lekker in het stro en vonden daar hun warmte. Dat gaf veel vertrouwen.”
De dieren voelen zich goed en Ruben dus ook. “Ook al heb ik minder dieren, ze hebben wel meer aandacht nodig. Dat zorgt ervoor dat je een band met de dieren opbouwt. Heel anders dan voorheen. En vooral veel leuker.”
Na een intensieve omschakeling opende Ruben in 2022 officieel de stallen van zijn biologische varkenshouderij. Die is bijna volledig ingesloten door landgoed Twickel, waar Winny en Arjen van Buuren als pachters het landgoed beheren. Ruben: “Omdat ik die eerste periode vooral bezig met mijn varkens, had ik er nog niet echt over nagedacht waar mijn mest heel ging. Op een gegeven moment heb ik toen een belletje gedaan naar Landgoed Twickel met de vraag of ze nog biologische mest nodig hadden. Het antwoord van Winny en Arjen was vrijwel meteen positief en het was daarmee zo geregeld!”
Winny: “Bij het telen van biologische gewassen, hoort het gebruik van biologische mest. Op landgoed Velhorst hebben we een gemengd bedrijf met eigen vee, maar op landgoed Twickel niet. Hier maken we voor onze akkers gebruik van de mest van het biologische varkensbedrijf van Ruben. Ruben: “Nu liggen mijn varkens op het stro van landgoed Twickel en gaat mijn mest weer terug naar het landgoed. Een prachtig voorbeeld van een lokale kringloop.” Winny: “Nu hebben we vaste afspraken, gewoon mondeling zonder gedoe. Een verademing als je het Ruben vraagt: “Mest was voor de omschakeling naar biologisch altijd een lastig bijproduct, dat als kostenpost flink op mijn omzet drukte. Nu is dat helemaal omgedraaid. Nu heeft mijn mest dus opeens waarde en is het een erg belangrijk onderdeel van de kringloop.”