Duvelkesvleisj

Snijd de runderriblappen in kleine blokjes en schep in een ruime kom.

Voeg er de ketjap, de tomatenketchup, de sambal, de azijn en de nasikruiden aan toe en schep goed door elkaar.

Dek de kom af met folie en laat het vlees een nacht marineren in de koelkast.

Giet de volgende dag op een zeef en vang de marinade op.

Verwarm een scheutje olie in een ruime stoofpan en bak het vlees aan tot het dichtgeschroeid is.

Voeg de marinade een een flinke scheut water toe. Het vlees moet tot ⅔ onderstaan met vocht. Breng tegen de kook en draai het vuur lager.

Dek af met een deksel en laat 3 uur zachtjes smoren. Houd in de gaten dat er genoeg vocht in de pan blijft. Voeg anders nog een scheutje water toe.

Voeg na de tijd de pindakaas toe en roer goed door zodat het door het stoofvlees smelt en goed warm wordt. Blijft het te dik, voeg dan nog een beetje water toe. Breng het geheel op smaak met zout en peper en eventueel nog wat extra sambal en ketjap manis.

Borstel ondertussen de aardappels zeer goed schoon en snijd er zeer dunne frietjes van.

Spoel af onder de kraan tot het water helder is en laat zeer goed uitlekken.

Verwarm de friteuse voor op 160 graden. Bak de luciferfrietjes enkele minuten voor en laat goed uitlekken. Bak niet alle frietjes ineens, dan zal de olie te ver afkoelen.

Verwarm de frituurolie nu tot 175 graden en bak de luciferfrietjes goudbruin en krokant. Ook hiervoor geldt dat je het beter niet allemaal tegelijkertijd kunt bakken.

Laat goed uitlekken en bestrooi met een snufje zout.

Snijd de bosui in fijne ringetjes en meng door de frietjes.

Serveer het duvelkesvleisj in een grote schaal en bestrooi met de gehakte pinda’s. Serveer er de dunne frietjes apart bij.